Ik reed samen met twee clubgenoten naar Dordrecht, om in de stromende regen en flink wat wind naar de start te wandelen van de halve marathon wedstrijd van de Drechtstadloop. Het kwam goed uit dat de start 10 minuten was uitgesteld, want we waren aan de late kant. Ik had de dag ervoor al een testje gedaan, waardoor ik wist dat 1u45' erg onwaarschijnlijk was. Met de plotselinge barre omstandigheden na een periode van mooi weer maakte dat ik er een hard hoofd in had of ik zelfs de finish wel hardlopend zou kunnen bereiken. Het zou een zware race worden voor me.
Bij het inlopen voelde ik al dat ik te luchtig gekleed was; een thermo-shirtje onder mijn dikke t-shirt ware beter geweest. Enfin, we gingen met zijn ruim zeshonderden van start en gelukkig stond ik redelijk in het midden van de groep, zodat ik meteen op het juiste tempo zat, min of meer. De kou speelde al gauw op met lichte krampen in de darmen. Gelukkig weet ik hoe ik hiermee om kan gaan, maar het liet me wel het tempo matigen en daarna (als de kramp over was) versnellen. Een constant tempo had ik dus niet.
Zicht op het tempo had ik niet, want door de stromende regen op mijn bril kon ik het schermpje van mijn sporthorloge niet aflezen. Ik liep maar ouderwets op gevoel en de tussentijden op 5, 10 en 15 km. Ik had last met het op en neer gaan over de dijken en van de tegenwind in de eerste zeven kilometer. Omdat het zo massaal was, waren er altijd wel mensen die te snel van start waren gegaan en die ik kon inhalen. Zo had ik een doel om door te zetten ondanks mijn reservering over het verloop van de wedstrijd. Gedachten om te stoppen bleven namelijk maar opkomen, wat me zei dat mijn lichaam het maximale gaf. Dat was niet zoveel als ik gewend was, want ik had nog een griepprik te verwerken die ik vijf dagen eerder had gekregen. Mijn ervaring met de coronaprik (twee weken voor de griepprik) was dat het minstens twee weken duurt voordat ik weer maximaal kan presteren (twee dagen na mijn griepprik kon ik zelfs nauwelijks op de benen staan, laat staan hardlopen).
Met die gedachten in mijn hoofd, de lichamelijke ongemakken en de triestheid van het verdrinkende landschap om me heen (lees: stromende regen) maakte dat ik het niet naar mijn zin had. Elke kilometer was een zegen, want dat betekende een kilometer minder tot deze marteling over was.
Enfin, het 16 km punt naderde en ik ging een poging wagen om, ondanks de ellende, de komende 5,1 km iets sneller te lopen. Dat lukte 2 km en toen… de man met de hamer. Ik had geen energie meer in de tank. Gelukkig had ik al die weken getraind op vetverbranding en dat redde me enigszins. Het ongemak dat ik eerder had ervaren leek nu “prettig”, want vanaf dit moment scheidden de mannen zich van de jongens. De kilometerbordjes werden een obsessie om te passeren. Alleen, die waren er niet meer na km 19, tenminste ik kon ze niet vinden. Dan uit wanhoop toch maar op mijn horloge kijken. Ik kon daar ook geen wijs uit, want de druppels op het brillenglas maakte dat ik net zo goed geen bril had kunnen dragen (want dan had ik ook niets kunnen lezen). Ik liep half-blind goed kijkend naar obstakels (ik was al een paar keer gevallen tijdens voorgaande wedstrijden door niet op te letten). Een haas was wel zo fijn geweest, maar er waren geen officiële hazen; iedereen moest op zichzelf presteren.
De meters kropen voorbij, mijn benen waren al meer dan oververmoeid. De “paar meters” die het volgens toeschouwers nog maar was, bleken meer hectometers (kilometers in mijn beleving). Maar enfin, de finish kwam in zicht, de lijn werd gepasseerd, medaille om de nek en bibberend terug strompelend naar de kleedruimte. Een clubgenoot was in de prijzen gevallen (2e mannen 60+) en de ander was slechts drie minuten later dan ik gefinisht.
- ½ marathon in 1:50:19 (5:14 min/km, 149 bpm)
- 17e M60 (van 53)
- 364e overall (van 636)
- tempoverloop:
- … 0 - 5 km in 26'03" (5:12 min/km, 152 bpm)
5:15, 5:17, 5:08, 5:08, 5:13 min/km - … 5 - 10 km in 25'22" (5:04 min/km, 149 bpm)
4:59, 5:14, 4:55, 5:06, 5:04 min/km - … 10 - 15 km in 25'47" (5:09 min/km, 153 bpm)
5:04, 5:09, 5:08, 5:08, 5:14 min/km - … 15 - 20 km in 26'32" (5:18 min/km, 148 bpm)
5:09, 5:01, 5:24, 5:34, 5:20 min/km - … 20 km - finish in 6:35" (5:14 min/km, 147 bpm)
5:18, 4:55 min/km
Helaas kan ik niet veel concluderen uit deze “testwedstrijd”. Mijn fitheid was 80% en de omstandigheden niet bepaald ideaal. Afgezien van de fitheid, komt 1u50' op de halve marathon onder deze omstandigheden (wind 26 km/u) overeen met 3u48' op een marathon onder ideale omstandigheden. Dat is net niet genoeg voor de hazen van 3u45'. Ik ga in Zoetermeer (13 november 2022) eens kijken of ik wat aan die snelheid kan doen. Als ik dan genoeg hersteld ben, zou ik de 15 km binnen 1u13' moeten lopen, anders wordt het zeker 4 uur voor de marathon.