(12 - 18 september 2022)
Na de succesvolle 10 km in Roosendaal en een rustdag de dag erop mocht ik weer aan de slag. De krenten in de pap zouden duidelijk de training op lactaatdrempel op donderdag en de lange duurloop van 32 km op zondag zijn. Die 32 km was de eerste van zes lange duurlopen in het schema en meteen de langste afstand! Ik heb er voor getraind en daarom zou ik het moeten kunnen doen, maar toch… Vlinders in de buik.
- Dag 72 - Hersteltempo met snelheid, 11 km
- Dag 73 - Middellange loop, 19 km
- Dag 75 - Lactaatdrempel, 16 km
- Dag 76 - Hersteltempo, 8 km
- Dag 77 - Lange loop, 32 km
- Week 11 - Samenvatting
Dag 72 - Hersteltempo met snelheid, 11 km
Na zo’n pittige wedstrijd mocht een hersteltraining niet ontbreken in het schema. De zes strides maakten dan weer dat het toch nog uitdagend voor me was. Ik vertrok rond 7.00 uur ’s-morgens en kwam daardoor bij de strides tussen de schoolgaande jeugd terecht. De meesten fietsten sneller dan ik sprintte.
- 11,02 km in 1u15'50" (6:53 min/km, 125 bpm)
’s-Avonds ging ik op tijd weg voor een eindje joggen naar de atletiekbaan, met daarin 200 dubbele traptreden en vijf keer een helling op en af. Bij de baan deed ik mijn krachttraining onder het afdak van de tribune, waarna ik in lichte regen terug naar huis jogde.
In totaal liep ik deze dag:
- 17,38 km in 1u59'53" (6:54 min/km, 124 bpm)
Dag 73 - Middellange loop, 19 km
Ik had moeite met opstaan, maar toen ik eenmaal aan het hardlopen was verdween het vermoeide gevoel. Thuis had ik al een route bepaald die me zo min mogelijk nabij snel rijdend autoverkeer zou voeren. Het regende namelijk en dan zie je hardlopers nauwelijks in je auto. Ondanks dat moest ik driemaal de berm in om een auto te laten passeren die me duidelijk niet op tijd gezien had en een keer vond een automobilist blijkbaar dat hij voorrang had op mij die een rotonde aan het nemen was en me doodleuk afsneed. Regen maakt het zicht minder en het humeur dalen van automobilisten. Op de fiets heb je dat allemaal niet, maar ja… gewoonte, hè.
Ik begon met driekwart van de ronde om de Binnenschelde, Laan van Reimerswaal, afslaan op het fietspad van het Beatrixpad, de spoorlijn over, afslaan bij de Vossenweg en langs de spoorbaan richting de provinciale weg naar Zeeland, dan terug naar Bergen op Zoom, langs Lindonk, wederom de Vossenweg, aan het eind daarvan rechts afslaan naar de Antwerpsestraatweg en daar op het fietspad lopend terug naar huis, met genoemde gevaarlijke situatie op de rotonde met de Markiezaatsweg.
Het oorspronkelijk plan was om 11 km te lopen op een tempo dat 20% langzamer was dan beoogd marathontempo (MT = 5:29 min/km ± 3%) en dan 8 km op 10% langzamer dan MT. Echter, na 9 km hardlopen moest ik wachten op een passerende goederentrein en ik had niet door dat de stopwatch gewoon doorliep. Om tijd in te halen ging ik flink sneller lopen nadat de spoorbomen omhoog waren gegaan. Na 10 km remde ik wat af, maar blijkbaar liep ik nog steeds op MT + 10%. Dat bekende dat ik bij elkaar 10 km op MT +20% liep, gevolgd door 9 km op MT +10%.
- 19,16 km in 1u58'20" (6:11 min/km, 130 bpm), waarvan:
- … 10 km in 1u04'14" (6:25 min/km, 128 bpm)
- … 9 km in 53'06" (5:54 min/km, 133 bpm)
Als ik kijk naar de tempo’s op basis van een marathontempo van 5:20 min/km (3u45' marathon), dan zie ik
- MT +20% is 6:13 à 6:36 min/km
- MT +10% is 5:41 à 6:03 min/km
De training van deze keer voldoet daar aan. Zo groot zal de overgang in oktober naar een sneller richttempo op de marathon niet zijn voor mijn training. Ik kan het in feite nu al aan.
Dag 75 - Lactaatdrempel, 16 km
Het was wisselvallig weer, maar gelukkig niet warm (12℃). Hierdoor hoefde ik geen correcties op mijn 15 km wedstrijdtempo te doen. Ik zou immers een lactaatdrempel training doen, mijn laatste in het schema. Vanaf nu zijn VO2max trainingen en wedstrijden de enige snelle onderdelen die ik ga doen, naast strides natuurlijk.
Na ruim 2 km joggen tot voorbij het tunneltje bij Ziekenhuis Bravis in Bergen op Zoom, begon ik aan de kern van de training, met eerst 6 km op 20% trager dan marathontempo, oftewel op 6:23 à 6:47 min/km. Bij het ingaan van de 8 km op 15 km wedstrijdtempo liep ik al op de Plantagebaan, met een flink (nat) bladerdak boven me. Mijn horloge gaf een gemiddeld tempo aan tussen de 4:55 en 5:01 min/km, terwijl mijn berekende 15 km wedstrijdtempo 4:47 à 5:05 min/km was.
Ik vond het nogal hard gaan en besloot daarom niet af te slaan bij de kruising met de Moerkantsebaan, maar verder door te lopen in het verlengde van de Plantagebaan (die bij de kruising overgaat in de Weg naar Wouw) zonder een bladerdak boven me, zodat ik een beter gemiddeld tempo per kilometer kon meten. Het bleek rond de 4:45 min/km te liggen—precies wat ik al verwacht had—mijn 10 km wedstrijdtempo. In plaats van op de rem te trappen, besloot ik door te zetten en te kijken waartoe ik in staat was.
Nadat de 8 km erop zaten, schakelde ik terug naar een rustiger tempo en besloot om de afstand vol te maken tot een halve marathon. Ik denk dan terug aan de Halve van Roosendaal eerder dit jaar, waar ik de eerste 15 km in 1u32’20” (6:09 min/km, 139 bpm) en de laatste 6,1 km in 34'16" (5:37 min/km, 148 bpm), wat best goed was na een halve marathon op rustig tempo (7:21 min/km) een dag eerder. De gemiddelde hartslag in Roosendaal was 141 bpm, wat me bij 150 bpm (mijn gemiddelde hartslag in halve marathon wedstrijd) een tijd van 1u56' zou hebben opgeleverd.
Op dag 75 liep ik volgens mijn horloge (maar volgens mij was de afstand langer en daardoor het tempo sneller):
- 21,15 km in 2u05'03" (5:55 min/km, 133 bpm), waarvan
- … 8 km in 39'07" (4:53 min/km, 152 bpm)
Mijn conditie is dus wel flink verbeterd sinds eind juni 2022. Bij 150 bpm zou ik de halve marathon theoretisch nu al in 1u45' kunnen lopen, zo’n 10% sneller dan op 26 juni 2022. Met nog zeven weken te gaan tot de halve marathon van de Drechtstadloop zou ik best eens onder die tijd van 1u45' kunnen duiken.
Maar goed, dat is in theorie. De praktijk moet nog maar bewijzen of ik een poging tot een persoonlijk record op de marathon op 26 november 2022 waardig ben door drie weken ervoor in minder dan 105 minuten de finishlijn te passeren op de halve afstand.
Dag 76 - Hersteltempo, 8 km
Ik denk dat die drie dagen achtereen trainen in het schema zit om het lichaam met vermoeidheid te leren omgaan, want ik voelde duidelijk nog de training van dag 75 in mijn lichaam. Niet dat ik deze training zwaar vond, verre van dat.
- 8,08 km in 54'52" (6:47 min/km, 124 bpm)
Het wisselvallige weer zorgde voor typische Hollandse plaatjes rondom de Binnenschelde. Ook zag ik dat de Bergse Karper Cup aan de gang was, met een 44-tal stekken voor de hengelaars. Bij navraag bij een van hen bleken de karpers niet echt te bijten.
Dag 77 - Lange loop, 32 km
Dit was de eerste lange duurloop van mijn marathonschema voor Spijkenisse, een 32 km. Het weer was totaal anders dan waarin ik de laatste maanden getraind had. Natuurlijk was ik gekleed op 13℃ en af en toe een sloot regen over me, maar het was wel wennen.
Ik had mijn afstand ingedeeld als 16 km op MT +20% en 16 km op MT +10%, wat ik respectievelijk op 6:25 en 5:52 min/km liep. De laatste 12 km liep clubgenoot Jacques mee, voor de gezelligheid. Hersteladvies 67 uur, tja, wat daarvan klopt. Runalyze gaf 1,5 dagen herstel aan, wat dichter bij mijn gevoel ligt (moe, maar niet uitgeput).
- 32,06 km in 3u16'52" (6:08 min/km, 131 bpm), waarvan:
- … 16 km in 1u42'44" (6:25 min/km, 125 bpm)
- … 6:34, 6:24, 6:24, 6:24, 6:26 min/km
- … 6:24, 6:34, 6:34, 6:32, 6:28 min/km
- … 6:19, 6:16, 6:24, 6:19, 6:27 min/km
- … 6:16 min/km
- … 16 km in 1u33'44" (5:52 min/km, 138 bpm)
- … 6:02, 6:00, 5:50, 5:56, 5:52 min/km
- … 5:53, 5:53, 5:47, 5:52, 5:52 min/km
- … 5:55, 5:47, 5:46, 5:50, 5:46 min/km
- … 5:44 min/km
Het is duidelijk dat terwijl ik gemiddeld op zowel de eerste 16 km (6:23 à 6:47 min/km) en de tweede 16 km (5:51 à 6:13 min/km) binnen de grenzen bleef, was dat per kilometer niet altijd het geval. Bij het stuk waar Jacques met me meeliep, maar ook op de laatste zes kilometer van de eerste 16 km liep ik vaak te snel. Dit verklaart hopelijk de relatief hoge gemiddelde hartslag.
Verder moet ik opmerken dat ik nuchter liep (afgezien van een mok koffie en een mok chocolademelk) en alleen water dronk onderweg, waardoor de training meteen op vetverbranding gelopen werd. Desondanks, als ik mijn marathon in Spijkenisse erbij haal (5:37 min/km, 141 bpm), dan zou ik op basis van deze 32 km een marathontempo van 5:31 min/km mogen verwachten. De volgende 32 km is over zes weken. Dan zal het verwachte marathontempo ongetwijfeld sneller zijn, met de snelheidstraining die er nog gaat komen.
Week 11 - Samenvatting
In totaal liep ik deze week bijna 98 km hard in iets meer dan 10 uur (6:17 min/km gemiddeld). Ik heb nu voor de tweede keer in korte tijd ervaren hoe zwaar een marathon zou kunnen zijn.