Na mijn succesvolle prestatieloop over 5 km (Kievitloop) mocht ik me deze week weer aansluiten bij mijn loopgroep Marathon en lange afstand. De kuitblessure is nog niet helemaal over en ik moest voorzichtig blijven onder het hardlopen. Dat zal de komende weken wel zo blijven, vrees ik.
Drie trainingen
22 maart: intervaltraining baan — 10,16 km in 1u14'33" (7:20 min/km). Kern: 4x (400 m + 1000 m), p 200 m, sp 400 m. 400tjes in 2'16", 2'15", 2'14", 2'14". 1000tjes in 6'07", 5'57", 5'54", 4'51".
Voor de zekerheid (kuitblessure) liep ik met de langzaamste groep mee. Ik was aan de late kant en miste het eerste 1000tje. Dat liep ik dus maar toen de anderen klaar waren met de kern en ook nog eens ruim 1 min/km sneller, omdat ik het kon. Naderhand had ik wel last van pijntjes in de kuiten en enkels (beide kanten). Ik vermoed dat dit van het laatste 1000tje kwam en het trainen op de baan.
24 maart: intervaltraining baan — 10,87 km in 1u21'33" (7:30 min/km). Kern: 3 series van 4x 500 m, p 100 m, sp 400 m. 500tjes in 2'53", 2'50", 2'52", 2'38" — 2'47", 2'38", 600 m in 2'58" (2'29" /500 m), 2'35" — 2'50", 2'46", 2'46", 2'13"
Ik liep weer mee met de “achterhoede”, maar nu versnelde ik drie keer en liep de laatste 500 m sneller dan hoort bij mijn huidige conditie. Op een gegeven moment bleef de groep waarin ik zat stilstaan voor een bekende langs de kant, terwijl ik doorwandelde. Dat verklaart hopelijk waarom ik in de war raakte bij het bereiken van de 500 m in de tweede serie. De laatste 500 m was het ieder op diens eigen tempo. Ik voelde de kuit de hele tijd en de volgende dag had ik (zoals ik al had verwacht) last van stijfheid in beide kuiten, maar geen kramp of spierscheuring. Uiteraard maakte ik rijkelijk gebruik van de foamroller.
26 maart: lange duurloop — 14,06 km in 1u30'26" (6:26 min/km), tempo alarm bij 6 min/km.
Dit was een behoorlijke inspanning, waarvoor ik naderhand van Garmin en Runalyze een hersteladvies van twee dagen kreeg. Uiteraard verstijfde ik van de inspanning en op een paar plekken met los zand schoot het bijna in de rechterkuit (maar gelukkig hield het weefsel stand). De dag erop was ik stijf als een plank en dat herinnert me eraan hoever ik verwijderd ben van een “marathonconditie”.
Niet veel hardlopen deze week (35 km), maar ik bouwde wel iets op. Ineens gaf mijn horloge me de status productief, waar ik eerder telkens niet productief was, omdat ik niet goed trainde. Ja, dat wist ik; ik was geblesseerd!
Ciao!