Loopgenot

Follow @renevanbelzen on Micro.blog.

Positief denken

Het is maar al te makkelijk om je te laten meezuigen met de negatieve berichtgeving in de pers over het coronavirus en de pandemie. Het lijkt allemaal super-belangrijk, maar afgezien van enkele nieuwe feiten en maatregelen (en je kennis daaromtrent bijspijkeren) iedere week is er weinig over te vertellen dat blijvend is. Het lijkt me beter om te denken over wat je nog wèl kunt en dat te gebruiken om jezelf mee bezig te houden. In het op vrijheid beluste Nederland is dat gelukkig nog een hoop.

Mijn volgende corona-proof 10 km wedstrijd, de Vestingloop Bergen op Zoom.

👆 Mijn volgende corona-proof 10 km wedstrijd, de Vestingloop Bergen op Zoom.

Dacht ik aanvankelijk dat de Kievitloop op 18 oktober een verloren zaak was, nu blijkt dat er toch een mogelijkheid bestaat om deze trimloop te laten doorgaan, met uitsluitend voorinschrijving (om de GGD van dienst te zijn bij eventueel bron- en contactonderzoek) en een gespreide start op verwachte eindtijd in groepjes van 50 lopers. Verder mag men de weg gedeeltelijk afzetten, zodat de lopers vrijuit kunnen hardlopen op de eerste 1,5 km. De toestemming voor dit alles door de gemeente Bergen op Zoom ligt op de bestuurstafel, zo is mij verteld.

Reden genoeg om positief te blijven, ondanks het schrappen van de Spado Clubkampioenschappen op 3 en 4 oktober. Het is fijn om te weten dat ik ergens voor train, niet alleen om fit te blijven voor als het weer veilig is om dicht op elkaar gepakt te wachten op het lossen van het startschot, wanneer dat ook moge zijn. Voor mij kan die dag niet vroeg genoeg komen.

Wat de training betreft, op dinsdag 29 september mocht ik meedoen aan de baantraining van de Marathongroep. Ik had vooraf wat langer ingelopen en liep naderhand ook wat langer uit. Ik wil in de maand oktober iets meer afstand toevoegen aan mijn trainingsweek voordat ik een extra training ga toevoegen in november. Zo’n twaalf extra kilometers per week op rustig tempo zou genoeg moeten zijn. Dat is zes extra kilometers per trainingsavond (twee baantrainingen per week). Een normale trainingsavond, met in- en uitlopen naar de baan, is ongeveer dertien kilometer. Ik richt mezelf dus op pakweg negentien kilometer per keer. Deze keer kwam ik aan 17,3 km in iets meer dan een en driekwart uur netto.

  • 2000 m draven in 10:17 min (5:09 min/km)
  • 11x 400 m (200 m) in 1:50 min (4:35 min/km)
  • laatste 400 m in 1:45 min (4:23 min/km)

Donderdag 1 oktober was het tijd voor lange tempo’s op de baan. Op het schema stond 6x 1000 m (400 m), maar ik startte op achterstand van de langzaamste groep en probeerde ze voor hun finish in te halen, waarbij ik de achterstand probeerde in te halen (en meer meters aflegde in dezelfde tijd). Omdat ze dit ondertussen weten, gingen ze onwillekeurig harder lopen dan 6 min/km, zodat ik ze niet altijd inhaalde. Dat is op zich goed, want dat houdt hen scherp en mij gemotiveerd. De training voelde hierdoor voor mij wel zwaar aan, waarbij ik tijdens de tempo’s niet altijd onder de 5 min/km bleef (het aanbevolen tempo is 4:45 à 5:00 min/km voor de wedstrijdambitie van 10 km in 50 min). Ik hoop dat ik snel wen aan de (verhoogde) trainingsbelasting en ze weer kan passeren in de laatste meters. Dat zal uiteraard afhangen van mijn tijd op de 10 km. Want hoe sneller ik die loop, hoe sneller ik mag trainen.

  • 1100 m in 5:29 min (4:59 min/km)
  • 1150 m in 5:42 min (4:57 min/km)
  • 1200 m in 5:56 min (4:57 min/km)
  • 1200 m in 5:49 min (4:51 min/km)
  • 1200 m in 6:02 min (5:02 min/km)
  • 1200 m in 6:08 min (5:07 min/km)

Dat was 7050 m aan tempo’s in 35:06 min (4:59 min/km). Vorige week, zonder het uitgebreid vooraf inlopen, ging het beter.

Bij elkaar had ik 19,1 km hardgelopen in netto enkele tientallen seconden minder dan 2 uur, wat voorlopig ver genoeg is voor een trainingsavond, want het hersteladvies was 25 uur. Ik weet nu welke route ik mag nemen om aan die afstand te geraken. Hopelijk wordt het hersteladvies na een baantraining in de loop van de maand minder, zodat ik weer midweeks kan trainen in de maand erop en het extra in- en uitlopen kan laten schieten. In december kan ik ze weer toevoegen, zodat ik in januari mijn trainingsfrequentie kan verhogen tot zes trainingen per week.

Ik had overigens eerder vorige maand al vijf keer per week getraind, maar moest dat terugschroeven naar vier keer. Dat was logisch, omdat ik in augustus drie keer per week trainde. Een extra training per week erbij is iets wat je hooguit eens per maand moet doen; eens per twee maanden is beter. Ik zie mezelf daarom in januari zes keer per week trainen, zo’n 70 à 80 km/week. Dat zou genoeg moeten zijn om een marathonvoorbereiding te starten, 1000 km in 12 weken.

Vrijdag was een sombere dag en dat was te merken. Mijn jaarlijkse winterdepressie stak de kop op, waarbij ik moeite had om overdag wakker te blijven, terwijl ik toch genoeg nachtrust had. Ik ben maar begonnen met de daglichtlamp op de ontbijttafel te zetten. Jammergenoeg duurt het meestal een paar weken voordat het effect heeft.

Zaterdag moest ik veel moeite doen om uit huis te komen voor een rustige uurloop rondom de Binnenschelde. Omdat het miezerde en koel was waren er niet veel mensen. Bij mooier weer kom ik hier meestal tientallen fietsers tegen. Ik kon mezelf troosten; ik was immers wèl de deur uitgegaan.

  • 9,39 km in 58:57 min (6:17 min/km)

Zondag kwamen de sombere gedachten tijdens de 26 km lange run walk run, waarvoor ik netto (lees: zonder stilstaan voor stoplichten, want die zijn er niet in het bos) twee en een halve minuut minder nodig had om te voltooien. Na 1700 m hardlopen en 300 m wandelen als warming-up startte ik aan mijn zes series van 3,7 km hardlopen en 300 m wandelen.

  • 23,9 km hardlopen in 2u32:31 (6:23 min/km)
  • 2,1 km wandelen in 21:55 min (5,7 km/u).

Aangezien beide parcoursen heel verschillend zijn, kan ik weinig conclusies trekken uit een vergelijking, anders dan dat ik destijds een hersteladvies had van 31 uur en nu 26 uur en dat in mijn herinnering de laatste kilometers veel zwaarder aanvoelden dan deze dag.

Op de Huijbergsebaan werd ik ingehaald door drie lopers, zo’n 200 m uit elkaar. Ze liepen ongeveer 4:30 min/km, terwijl de voorste loper ouder was dan ik. Ze konden allemaal gedag zeggen en dat maakte het des te specialer. Ik wou dat ik zulke snelheden kon maken in de training. Ik liep ongeveer 6:10 min/km, wat in vergelijking voelde als stilstaan.

Enfin, na zo’n vlaag van inspiratie van collega hardlopers vond ik dat ik goed bezig ben. Immers, deze week kwam ik totaal weer op 70 km hardlopen uit. Over drie weken mag ik weer, want de zondagen van de volgende twee weken zijn voor de Vestigingloop en de Kievitloop, die ik beide ga lopen als een 10 km wedstrijd.

Bedankt voor het lezen en loop ze!