Loopgenot

Follow @renevanbelzen on Micro.blog.

Domper op de hardloopvreugde

Met de persconferentie van afgelopen vrijdagavond over de komst van de tweede infectiegolf van het Coronavirus is het verstandig om verwachtingen op de korte termijn aan te passen. Ik keek zo uit naar mijn tweede deelname aan de Kievitloop dit jaar, maar met deze constatering is dat niet meer zo zeker.

Dinsdag 8 september trainde ik met de Marathongroep op de baan. Op het programma stond 10 minuten draven en zeven series van 600 m, waarvan ik er maar zes deed.

  • 1800 m in 10 min (5:33 min/km)
  • 6x 600 m (300 m) op 4:48 min/km

Woensdag mocht ik op mezelf 20 minuten hardlopen op mijn anaërobe drempel, berekend qua tempo uit mijn 3 km solo-race van de zaterdag ervoor. Ik kwam gemiddeld 2 s/km per km sneller uit dan berekend, wat natuurlijk nog steeds het goede tempo was, aangezien ik op GPS liep (2 procent onnauwkeurig; dit was minder dan 1 procent te snel).

  • 3,77 km in 20 min (5:19 min/km)

Donderdag trainde ik niet op de baan, maar in het bos met de loopgroep. Ik was nog moe van de twee intensieve trainingen achter elkaar en bungelde daarom maar achteraan. Gelukkig kon ik op het eind laten zien dat er niks mis was met mijn snelheid, door twee sprintjes van 80 m te trekken op 18 km/u gemiddeld.

Na een rustdag was het zaterdag 12 september weer tijd voor mijn wekelijkse solo-race, deze keer wederom 3 km op het heuvelachtig parcours van de Vossenweg, beginnend met een steile klim. Gelukkig kon ik deze keer de schade beperken en kwam op 5:48 min/km door op de eerste top (de week ervoor nog 6:14 min/km). Ik begin blijkbaar te wennen aan het parcours. Dat is goed, want ik wil er nog vaak over hardlopen zolang de pandemie duurt en ik bijna geen wedstrijden kan lopen.

Halverwege zat ik nog onder de 5 min/km en kon dat steeds verder uitbouwen op de laatste 1500 m. Deze keer stond daar geen straffe tegenwind en kon tijd goedmaken die ik in de heuvels verloren had.

  • 3 km solo-race, 3,02 km in 14:41 min (4:52 min/km)

Op basis van deze snellere tijd kon ik mijn tempo voor de anaërobe drempel aanpassen naar 5:17 min/km en kon uitgaan van een tempo van 5:02 min/km op de 5 km die ik een week later wilde lopen.

Zondag liep ik een rustige lange duurloop op een iets gewijzigd parcours. Er zat in het begin een extra lus van een kilometer en na de Zoomweg een extra lus aan de overzijde van de snelweg tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Ik kon 26 km aan een stuk hardlopen, maar voelde bij 18 km al dat ik zover niet zou komen. Daarom sneed ik een stuk van 2 km af, zodat ik slechts 2 km hoefde te wandelen. Ik had behoorlijk zware benen, na een wedstrijd op zaterdag en een lange duurloop een dag later.

  • 22,11 km in 2u20:41 (6:22 min/km)

Het leek alsof de sterke verbetering op zijn einde is, met deze keer praktisch hetzelfde gemiddelde tempo als een week ervoor. De twee extra kilometers bij eenzelfde inspanning scheelt wel 3 s/km op een 10 km, bijna 1 procent beter. Dit is overigens te verklaren uit een gewichtsverlies van 1 kg, wat ongeveer 2,9 s/km scheelt voor dezelfde inspanning. Als ik mijn inspiratie kan halen uit meer kilometers afleggen op hetzelfde tempo, dan accepteer ik het met graagte. Het is goed om duidelijke resultaten te zien van vijf keer per week trainen. Het is echter niet altijd verder, harder, sneller. Ik mag twee van de drie kiezen om in uit te blinken.

Een punt van aandacht voor mijn wekelijkse lange duurloop is dat ik voortaan beter mag letten op een constant tempo, want de eerste twee kilometers waren te snel (6:05 min/km) en nog meer te snel was kilometer zes (5:52 min/km). Wellicht dat ik bij een gelijkmatiger tempo in het begin kan voorkomen dat ik in de laatste kilometers niet telkens zulke zware benen heb. Het doel van een rustige lange duurloop is immers niet meer snelheid ontwikkelen, maar om langer achter elkaar te kunnen hardlopen.

Voor dinsdag 15 september was 32 graden afgegeven, met andere woorden, de gezamenlijke training zou waarschijnlijk niet doorgaan (of anders zou ik op een aangepast tempo moeten lopen). Ik trainde daarom uit voorzorg vroeg op de dag en op mezelf. Op het programma stonden een tempoloopje van 10 minuten, gevolgd door 7 maal 800 m (400 m pauze). Dat was pakweg 10 km. Voor de hand lag het parcours dat ik onlangs opgemeten had, circa 1 km verwijderd van waar ik woon. Natuurlijk was dat niet ideaal voor een intervaltraining, maar beter dan de training te moeten overslaan of in de bakkende avondhitte te lopen.

  • 1,75 km in 10:00 min (5:44 min/km)
  • 7x 800 m (400 m) op 5:01 min/km

Ik voelde onder het hardlopen dat het parcours behoorlijk zwaar was en liep daarom vooral op gevoel i.p.v. exacte tempo’s. Aan de tijd van 26:09 min doorgebracht in hartslagzone 4 (intervaltraining) kan ik zien dat er in elk geval voldoende trainingsprikkel van uitging, omdat de tempo’s zelf bij elkaar 28:11 min duurden. Mijn hart zat dus telkens vrij snel na elke herstelpauze meteen in de juiste zone. Op de baan duurt het vaak wat langer voordat mijn hartslag in zone 4 belandt. M.a.w., ik trainde deze keer te intensief.

Op de baan vind ik het makkelijker om op het juiste niveau te trainen, vergeleken met op de weg, zeker als het om intervaltraining gaat. Elke 100 of 200 m in dezelfde tijd afleggen is gewoon beter te doen op de baan. Op de weg of in het bos zijn er te veel variabelen om een constant tempo aan te houden, of varieert de inspanning bij gelijkblijvend tempo, vanwege variatie in het parcours.

De dag erop was ik nog steeds moe en besloot er een rustdag van te maken. Ik zou die week dus vier trainingen doen, i.p.v. vijf.

Donderdag was er weer een training op de atletiekbaan waar ik mocht aansluiten bij de Marathongroep. Op het programma stonden vijf 1200tjes met 400 m herstel. Ik besloot ze eerst op draaf-tempo te doen (5:17 min/km), maar vond dat ik meer kon doen.

De laatste drie liep ik daarom met de langzaamste groep, door op ze in te lopen met een achterstand (respectievelijk 40, 60 en 30 s). Ze zeiden dat ze gemiddeld 6 min/km liepen, maar ik wist al dat ze sneller liepen. De snelste liep naar eigen zeggen 5:42 min/km. In de vierde tempoloop wilde ik van dat tempo in minuten per kilometer het aantal minuten gebruiken voor mijn tijd op de 1200 m. Ik zou dus 1,2 maal sneller lopen dan de snelste loper. Dat gaf me alvast een gevoel voor de komende baanwedstrijd, alhoewel ik daar het tempo nog 3800 m langer zou moeten volhouden.

  • 1e 1200 m in 6:14 min (5:11 min/km)
  • 2e 1200 m in 6:16 min (5:14 min/km)
  • 40 s achterstand, 3e 1200 m in 6:03 min (5:03 min/km)
  • 60 s achterstand, 4e 1200 m in 5:37 min (4:41 min/km)
  • 30 s achterstand, 5e 1200 m in 5:57 min (4:57 min/km)

Spoorbaan

Zaterdag 19 september was het tijd voor een solo race over 5 km. Ik was niet in optimale omstandigheden, want ik was de nacht ervoor tot na 3 uur opgebleven om de Podcastathon voor St Jude te zien, met een opbrengst uit donatie van meer dan 315 duizend dollar. De hartslag onder het hardlopen was in orde, ik maakte genoeg stappen per minuut, maar er kwam te weinig snelheid uit. Ik had gerekend op 5:02 gemiddeld, maar het werd 5:17 min/km. In het begin zat ik zelfs boven 5:35 min/km en halverwege nog op 5:23 min/km. Dat betekent dat ik de tweede helft van 5 km gemiddeld op 5:12 min/km liep. Het hersteladvies was 27 uur.

  • 5,02 km in 26:29 min (5:17 min/km)

De dag erop werd een rustdag, niet alleen vanwege het hersteladvies, maar voornamelijk dat ruim negen uur als een blok slapen de vermoeidheid niet verdreef, plus een verhoogde pols bij het opstaan. Deze week werd daarmee een rustweek, met slechts drie trainingen.

Verder is het met een tweede golf van het Coronavirus op dit moment zeer onzeker of de Kievitloop wel kan doorgaan. De situatie met het Coronavirus is erg onzeker en kan van de ene dag op de andere compleet veranderen. Ik voel geen enkele verleiding om te gaan reizen voor een hardloopwedstrijd, noch om mezelf als zestig-plusser in gevaar te brengen. Als de Kievitloop wordt afgezegd, dan accepteer ik dat, met pijn in het hart.

Ik vind het voor mezelf belangrijk om te beseffen dat er een einde zal komen aan deze pandemie. Er is geen reden tot doem denken of paniek. Wees alleen voorzichtig en denk om anderen bij wat je doet.

Bedankt voor het lezen.