Loopgenot

Follow @renevanbelzen on Micro.blog.

Morgen een wedstrijd in Utrecht

Woensdag 30 mei bestaat dit blog 10 jaar en dat ga ik voor mezelf vieren met een 10 km wedstrijd in Utrecht, de derde wedstrijd in de ZomerAvondCup 2018. De weersverwachtingen zijn 24 graden (dalend naar 22 graden) en lichte regenval, een lauwe douche dus. Ik hoop in Utrecht ondanks de omstandigheden onder de 50 minuten te geraken. Dat zou mogelijk moeten zijn met het resultaat van de Lelieloop (24′03″, 24 graden, droog).

Hellas ZomerAvondCup

Acht dagen training

Dinsdag deed ik een verdiende hersteltraining na de wedstrijd in Etten-Leur. De vermoeidheid zat duidelijk nog in de benen en ik beperkte de training tot inlopen op de baan, oefeningen en uitlopen naar huis. Normaal houd ik de grondoefeningen die we doen tijdens de warming-up niet bij. Het verbaasde me dat ze zo kort duren (minder dan 8 minuten). Mijn eigen oefeningen duren vaak langer.

Woensdag mocht ik weer een duurloop van een uur doen. Voor de zekerheid wandelde ik elke twintig minuten totdat de hartslag onder de 120 slagen per minuut geraakte. Dat duurde telkens minder dan een minuut. De geplande krachttraining liet ik die dag ook maar schieten, zodat ik de dag erop goed hersteld zou zijn.

Donderdag deed ik “alleen” een baantraining. Het was ook alleen, in de zin dat de meesten naar het bos gingen vanwege de benauwdheid. Gelukkig had ik geen last van de weersomstandigheden. Op het programma stonden 4 series van 10 minuten draven, met 3 minuten herstelpauze. Draven is lopen rond het omslagpunt, circa op je 10 km snelheid. Aangezien ik mezelf inschatte als 50 minuten op de 10 km, kwam dat neer op 2000 m per 10 minuten. Ik kwam telkens zo’n 40 m verder dan 5 ronden op de atletiekbaan, oftewel 4:54 min/km. Dat leek me een goed tempo voor woensdag 30 mei. Ik kon ontspannen lopen, zonder me te forceren.

Zaterdag was er de hitte waarmee ik te maken had. ’s-Morgens moest ik boodschappen doen en daarom dwong de hitte me om in de avond te lopen. Het tempo was duidelijk een stuk lager dan gewoonlijk tijdens een snelle duurloop van 90 minuten. Verder wandelde ik elk half uur een paar minuten tot de hartslag onder de 120 bpm geraakte. Dat was ook de gelegenheid om te drinken. Op zich had ik er geen last van, maar de volgende dag piepte ik wel anders. De vermoeidheid (en omdat mijn horloge een hersteladvies gaf van 42 uur) was behoorlijk en ik draaide de training van zondag en maandag om.

Zondag deed ik daarom maar een training om de kracht en lenigheid van mijn lichaam te stimuleren. Door de vermoeidheid na de Lelieloop had ik deze training al meerdere keren laten schieten en ik vond dat ik het op zijn minst één keer per week moest doen.

Maandag was het niet veel koeler dan zaterdag (een halve graad Celsius) en zeker een stuk benauwder door de hoge luchtvochtigheid. Toch had ik er minder last van. Dat is goed, omdat het ernaar uitziet dat de avondwedstrijd in Utrecht ook benauwd zal worden, maar minder warm (24 graden Celsius, half-bewolkt). Het tempo was ongeveer gelijk aan dat van zaterdag, maar de hartslagzone was “rustig”, in plaats van “aëroob”, oftewel de hartslag was maandag gemiddeld 10 slagen per minuut lager dan zaterdag.

Dinsdag ging ik naar de baan voor wat loslopen. De regen was ongetwijfeld alvast een voorbode voor wat ik de dag erop mocht verwachten. De regenponcho gaat mee.

Wat mag ik verwachten?

De best mogelijke tijd die ik morgen verwacht te lopen is onder de 48 minuten, maar ervaring heeft geleerd dat het meestal enkele pogingen kost om een beste tijd neer te zetten op een 10 km. Het is en blijft een lastige afstand om te lopen, net onder de anaërobe drempel. In de eerste kilometers lijkt alles makkelijk te gaan, maar tussen 6 en 7 km komt de “ware test”. Dan wordt het zwaar. Ik moet dan mijn tempo matigen als het slecht gaat en kan het vasthouden als het goed gaat.

Het zal mijn 92ste 93-ste 10 km wegwedstrijd worden, wat betekent dat ik veel ervaring heb met die afstand. Je zou kunnen zeggen dat het mijn favoriete afstand is als ik afga van hoe vaak ik andere afstanden gelopen heb (een-na-favoriete is 5 km, 53 maal, twee-na-favoriete is een gedeelde plaats voor de 15 km en de halve marathon). Hoe dan ook, ik mag rekenen op mijn routine en hoef alleen te letten op het tempo gedurende de eerste kilometer. Daarna gaat het zo’n beetje als vanzelf.


Bedankt voor het lezen en loop ze!