Nu de Drunense Duinenloop niet zo vers meer in het geheugen zit, komt het besef dat ik best goed gelopen heb, gezien mijn hoofddoel, de Rotterdam marathon. Verder heb ik slechts 6 maal sneller gelopen van de 36 halve marathons sinds 2001, waarvan 5 in 2002 en slechts 1 in 2015, als 55-plusser. Mijn rijtje voor Drunen in 2014, 2015 en 2016 is 1:45:43, 1:47:54, 1:37:59. Zo gezien heb ik het heel goed gedaan in Drunen.
Het blijft belangrijk om te beseffen dat cijfertjes slechts een hulpmiddel zijn en dat het er eigenlijk om gaat om iets om handen te hebben wat de moeite waard is en plezierig is om te doen. Ik ben geen machine die op specificatie presteert. Cijfertjes zijn slechts hulpmiddelen om zaken in perspectief te zetten en niet iets om je blind op te staren.
Het perspectief is terug. Ik heb op 20 maart een goede wedstrijd gelopen.
Het volgende evenement zal in Hulst zijn, de 25 km loop van RKHAV, die in twee ronden gelopen zal worden op 26 maart. Ik wil deze loop gebruiken om boven de 30 km te geraken, dus als trainingsloop voor Rotterdam, door vooraf wat extra kilometers te lopen.
Dag 64, maandag 21 maart
- wegtraining: 2,66 km in 16m:52s (6:20 min/km), 121 bpm, 175 st/min
- gegevens op Garmin Connect
Om toch maar weer eens een running streak op te zetten, liep ik daags na de zware wedstrijd in Drunen een paar kilometer bij mij in de buurt. Het is goed om actief bezig te blijven, ook al kon je ’s-morgens bijna niet opstaan uit bed door vermoeidheid.
Dag 65, dinsdag 22 maart
- clubtraining: 7,13 km in 48m:18s (6:46 min/km), 113 bpm, 175 st/min
- gegevens op Garmin Connect
Terwijl de loopgroep een 90-minuten loop deed, ging ik samen met een geblesseerde Léonhard een stukje loslopen langs de randen van de voetbalvelden van sportpark Rozenoord. Ik was al een stuk meer hersteld, maar er zat nog een zware training aan te komen op donderdag, waarvoor ik goed hersteld wilde zijn. Een rustige training is dan niet verkeerd, vind ik zelf.
Dag 66, woensdag 23 maart
- training op bos/weg: 10,30 km in 1u:00m:13s (5:51 min/km), 135 bpm, 180 st/min
- gegevens op Garmin Connect
- joggen met 10 versnellingen:
- 260 m in 1m:11s (4:33 min/km)
- 260 m in 1m:13s (4:39 min/km)
- 280 m in 1m:07s (3:59 min/km)
- 270 m in 1m:08s (4:13 min/km)
- 270 m in 1m:05s (4:01 min/km)
- 260 m in 1m:03s (4:01 min/km)
- 260 m in 1m:06s (4:14 min/km)
- 260 m in 1m:05s (4:11 min/km)
- 250 m in 1m:04s (4:15 min/km)
- 290 m in 1m:06s (3:48 min/km)
Deze training was grotendeels door het bos en de versnellingen van een kwart kilometer elk waren best heftig vergeleken met op de weg. Toch was het goed voor het onderhoud van de anaërobe drempelsnelheid, lijkt me.
Dag 67, donderdag 24 maart
- clubtraining: 19,90 km in 1u:47m:28s (5:24 min/km), 138 bpm, 183 st/min
- gegevens op Garmin Connect, inlopen, Garmin Connect, kern, Garmin Connect, uitlopen
- kern, 15,64 km in 1u:20m:19s (5:08 min/km), 141 bpm, 185 st/min:
- 5 km in 26m:09s (5:14 min/km)
5:13, 5:05, 5:16, 5:14, 5:21 min/km - 10 km in 52m:09s (5:13 min/km)
voorgaande 5 km in 26m:00s (5:12 min/km)
5:08, 5:20, 5:12, 5:11, 5:09 min/km - 15 km in 1u:17m:25s (5:10 min/km)
voorgaande 5 km in 25m:16s (5:03 min/km)
5:15, 5:15, 5:07, 4:50, 4:50 min/km - laatste 0,64 km in 2m:54s (4:32 min/km)
- 5 km in 26m:09s (5:14 min/km)
Tijdens de marathonvoorbereiding splitst de AV Spado loopgroep “Lange Afstand” zich in tijdsgroepen voor de marathon en lopers die geen marathon gaan lopen. De enige tijd dat we nog samen lopen is tijdens het inlopen; daarna gaan de subgroepjes ieder hun eigen schema doen.
Het was de hele dag droog geweest en precies toen we begonnen met onze 80-minuten loop begon het te regenen. Uiteraard hield het op met regenen zodra dat onderdeel van de training gedaan was. De weergoden kunnen wreed zijn.
Volgens mijn horloge gingen we meteen te rap van start (op het schema stond 5:20 min/km). Dat is eigenlijk niet goed omdat twee van de vier lopers twee dagen later nog een 30 km zullen lopen in Hulst en niet al te diep moeten gaan in de training. Het aangegeven tempo was hard zat. Maar, zoals geschreven, we liepen te hard. Tegen het eind ging het zelfs twee kilometer op 4:50 min/km (30 s/km te snel) en in de laatste 640 m liet ik de twee voorste lopers gaan, omdat die tegen de 4 min/km dreigden te gaan. Dat was werkelijk nergens goed voor; immers, het uithoudingsvermogen en basissnelheid zijn op orde. In deze fase van de marathonvoorbereiding is zulke bravoure eerder contra-productief dan wat anders. De reden was duidelijk; men (inclusief ikzelf) was ongedurig en wilde dat de marathon al dat weekend was.
Voor mij staat in het Paasweekend nog een 30-plusser te doen qua loopafstand. Op zaterdag ga ik met Petra (en wellicht Léonhard?) naar Hulst voor de 25 km loop. Voorafgaand daaraan wil ik meedoen aan de 7 km van de marathon loopgroep van R.K. Hulsterse Atletiek Vereniging, of anders ongeveer 10 km op mezelf lopen. Petra is nog niet zeker wat ze gaat doen, want vermoeidheid en pijntjes hebben bijna alle lopers in deze fase; elke training is een afweging van hoe diep je wilt gaan en wat nodig is als afdoende trainingsprikkel om fit te blijven voor de marathon. Het laatste dat je wilt op 10 april is moe en/of geblesseerd aan de start verschijnen.
Bedankt voor het lezen en loop ze!