Na het staaltje van uithoudingsvermogen op zondag was het weer tijd voor een iets rustiger training. Wat me wel zorgen baarde waren de pijntjes in mijn knieën, waar ik ’s-nacht ook last van heb. Ik denk dat ik het kan terugvoeren op te vaak op de weg trainen.
Naast oefeningen tegen kopersknie (kniebuigingen, schaatssprongen) onderweg naar de supermarkt—met een omweg, uiteraard—ging ik deze keer bij mijn hardlooptraining op pad met de gedachte om geen hoge snelheden te maken, maar om wel wat weerstand in de ondergrond op te zoeken (glooiend parcours, mul zand).
Ik voelde heel duidelijk dat ik gisteren wat gedaan had (wist ik ook al van mijn gestegen rustpols bij het opstaan), maar toch had ik het idee dat een training op lage snelheid beter was dan rust. Dit was een goede gelegenheid om mijn nieuwe schoenen aan te doen (draag ik al een paar weken bij dit soort korte trainingen, maar bij langere trainingen gaan de oude, versleten Kinvara’s 6 nog aan). Ik hoop dat ik spaarzaam genoeg kan omgaan met de nieuwe schoenen dat ik ze tijdens de marathon in Rotterdam kan dragen als wedstrijdschoenen. Het zijn overigens ook Kinvara’s 6, maar in een andere kleur, om ze van elkaar te kunnen onderscheiden (niet dat het een probleem is, gezien de slijtage aan de oude schoenen).
- bostraining: 10,01 km in 1u:02m:35s (6:15 min/km), 130 bpm, 178 st/min
- gegevens op Garmin Connect
Na een stuk of zes keer heen en weer lopen op de evenwichtsbalk van de trimbaan op Vijverberg-Zuid ging ik rustig van start. De eerste twee kilometer wilde ik zeker niet sneller gaan dan 6:30 min/km gemiddeld; daarna mocht het eventueel sneller, maar liever niet sneller dan 6:00 min/km. De moeite van het hardlopen zou deze keer niet uit de snelheid komen, maar uit het overwinnen van de weerstand van het grondcontact, van de zwaartekracht en een combinatie van beide. Kortom, ik deed een lichte heuveltraining.
De paden in het Bos Lievensberg waren na weken van bosbouw-activiteiten gelukkig grotendeels opgeruimd en redelijk goed te begaan. Niet dat ik veel op die paden was. Ik zat voornamelijk op zijpaadjes en op de zandvlakte van het waterwingebied. Vroeger had ik een hekel aan lopen door het mulle zand, maar met een zonnetje erbij is alles fijn om te doen; bovendien, ik weeg een stuk minder dan vroeger en zak minder ver weg in het zand, zodat het makkelijker lopen is.
Na mijn 3+ km rondstruinen door de duinen stak ik de Huijbergsebaan over om nog wat rond te lopen in het bos Groot Molenbeek. Zo groot is het daar niet, want de A58 loopt er dwars doorheen en aan de andere kant van de snelweg ligt het voormalig dorpje (nu woonwijk) Nieuw-Borgvliet. Het stukje bos aan de andere kant heet Klein Molenbeek, omdat het kleiner is dan Groot Molenbeek. In Klein Molenbeek kwam ik vandaag niet, omdat het uur daarvoor te kort was. Het was de bebouwde kom voor mij en terug naar huis.
Bedankt voor het lezen en loop ze!