De kop van de eerste week van M-training is eraf. Het was best pittig tot nu toe en ongetwijfeld zullen de wedstrijd op zaterdag en de 25 km trainingsloop op zondag de boel nog verder verzwaren. Dat is nodig, want een marathon lopen in 3.15 uur doe je niet op een beetje joggen. Daar moet serieus voor getraind worden.
Donderdag 21 januari
- Spado-training: 13,52 km in 1u:14m:45s (5:32 min/km), 133 bpm, 180 st/min
- gegevens op Garmin Connect
- kern, 8 km op marathontempo: 8,0 km in 37m:21s (4:40 min/km), 145 bpm, 188 st/min
Het had gevroren en de baan was te glad om te belopen, dus liepen we maar in op het gras. Vervolgens gingen we zwaai-oefeningen doen en daarna loopoefeningen op het stuk rondom de atletiekbaan, en… meteen weg voor een 8 km loop op marathontempo. Dat had ik niet verwacht. Ik had tijdelijk mijn nieuwe schoenen aan om in te lopen en had geen lichtgevend hesje om. Ik zei dat ik terug moest naar de baan om me om te kleden (andere schoenen en een hesje). De anderen waren dus al weg. Gelukkig gingen mijn twee loopmaten wel met me mee.
Terwijl de hele marathonclub van onze loopgroep voor een heen-en-weer loop naar de donkere Huijbergsebaan ging, gingen we met zijn drieën naar het brede en goed-verlichte fietspad naast de Markiezaatsweg, Laan van Reimerswaal en Ansjovislaan. Op weg daarnaar toe kwamen we op de Antwerpsestraatweg een RoPa-runner tegen die aan het trainen was.
Toen Petra’s kilometer vol was (nog op de Antwerpsestraatweg) konden we beginnen met onze 4:40 min/km tempo loop. Léonhard deed ook mee, maar voor spek en bonen. Hij gaat de Rotterdam marathon niet lopen, maar wil wel af en toe meetrainen voor de gezelligheid. Verder gaat hij mee naar de voorbereidende wedstrijden. Hij had een paar dagen eerder zijn knie gestoten en wilde de boel niet op scherp zetten; hij haakte na 3 km af en jogde rustig terug naar Sportpark Rozenoord, om daar nog wat hard te lopen tot wij terug kwamen. Na het keren op de Ansjovislaan bij ons 4 km punt, kwamen we op de terugweg (rond de 4,5 km) onze Ropa-runner nog tegen, die blijkbaar ook naar de woonwijk de Bergse Plaat ging. Met een kilometer voorsprong en onze gemiddelde 4:40 min/km, schat ik dat hij gemiddeld 6:00 min/km gelopen had.
Ik was blij dat we toch nog met zijn tweeën waren. We hielden elkaar scherp en in bedwang als het te hard dreigde te gaan. Petra hield de tempo’s per kilometer in de gaten; ze varieerden tussen de 4:30 en 4:46 min/km, afhankelijk van de omstandigheden (wind tegen, helling op bij de tragere tempo’s). Ik kampte wat met een stijve hamstring, maar geen pijn of kramp of iets dergelijks. Dat was ook geen wonder, aangezien ik bij elkaar aan het eind van die dag ruim een marathon had afgelegd (zo’n 13,5 km hardlopend en 29 km wandelend). Na een kort stukje uitlopen gingen we via de ingang van voetbalvereniging M.O.C. terug naar de atletiekbaan op sportpark Rozenoord, waar ik droge kleding aan deed, waarop we naar de hoofdingang op de Beukenlaan wandelden, waar we Léonhard tegenkwamen die nog aan het hardlopen was. De rest van de marathongroep was al een poos daarvoor terug gekomen en ik weet niet hoe het hun vergaan is.
Terwijl ik dit schrijf is het vrijdag 22 januari, een rustdag volgens het officiële schema, maar voor mij een dag dat ik aandacht geef aan lichaamskracht, vooral mijn romp en onderbenen (kuit, voeten). Ik ben namelijk wat gevoelig voor blessures en hoop met zulke—relatief lichte—oefeningen de kans op die blessures te verminderen. Juist omdat deze oefeningen niet zwaar voor het lichaam zijn, kan ik tenminste een dag goed uitrusten.
Bedankt voor het lezen en loop ze!