Na de wedstrijd in Drunen wil ik het even rustig aan doen, zodat ik voorkom dat ik op den duur weer geblesseerd raak. Ik geloof dat er per 2 wedstrijdkilometers een dag herstel nodig is. Voor 21 km zou dat 11 dagen zijn. Ik mag het deze week dus rustig aan doen. Aanstaande weekend heb ik ook geen wedstrijden gepland.
Maandag 16 maart
- herstel: 5,31 km in 31m:21s (5:54 min/km), 138 bpm (57% WHR), 180 st/min, 7,68 wp*
- Garmin Connect
Na 4 km stopte ik voor wat lichte krachtsoefeningen en rustig wandelen. Daarna liep ik in ruim een kilometer terug naar huis.
Dinsdag 17 maart
- baantraining: 11,87 km in 1u:11m:37s (6:02 min/km), 134 bpm (54% WHR), 178 st/min, 19,50 wp
- Garmin Connect
Ik liep vooraf met een omweg door het bos naar de atletiekbaan. Onderweg deed ik nog wat lichte krachtsoefeningen. Op de baan liep ik mee in op de baan en trainde vervolgens rustig verder op mezelf. Deze week slechts een intervaltraining (donderdag), in verband met de wedstrijd van afgelopen zondag.
* wp staat voor Daniels workout points, gebaseerd op het aantal minuten in bepaalde activiteitenzones. Het is een graadmeter voor de intensiteit van een training of wedstrijd.
Ik vond een interessant artikel over 12 grondoefeningen voor hardlopers, 12 Essential Exercises Every Runner Should Do. Deze oefeningen zullen de basis vormen van de krachtsoefeningen die ik in de maanden april t/m juni wil gaan doen (en daarna natuurlijk ook, omdat deze oefeningen eigenlijk altijd gedaan moeten worden). Sterke spieren aan de romp zijn essentieel als je tegen de 2 min/km de heuvel na de Emmapiramide afdendert.
Over de heuveltraining moet ik nog nadenken. De vorige keer raakte ik na een heuveltraining geblesseerd omdat de helling te steil was voor de vorm die ik op dat moment had. Het is beter om eerst kracht op te bouwen op flauwere hellingen alvorens naar 8% te gaan. Dat kan waarschijnlijk heel goed tegen een viaduct op. De vraag is hoe snel ik kan overgaan op het “echte werk” en of dat sowieso nodig is.
De zwaartekracht is een geduchte tegenstander; dat weet ik ondertussen wel. Je kunt je er niet te veel op voorbereiden.
Bedankt voor het lezen en loop ze!