Alhoewel ik al eerder schreef dat ik geen ambitie had om zaterdags met de loopgroep van Spado mee te lopen, is dat precies wat ik afgelopen zaterdag deed. Wel, met een aanpassing. Af en toe liep ik een andere pad op, zodat de groep op me uit liep en ik ze in moest halen. Ik vind dat beter werken dan vooruit op de groep lopen en dan terug te lopen. Oh ja, het was ook nog eens in het bos, waar ik geen voorstander van ben, omdat ik zo vaak val (zoals ook deze keer).
Zaterdag 9 november, bostraining
- totaal 20,01 km in 1u:54m:15s (5:43 min/km), 176 st/min
- 4 x 5 km in 29m:24s, 26m:24s, 29m:47s, 28m:39s
Bij de start liet een van de lopers weten dat hij een half uur later zou zijn, omdat hij nog een boodschap moest doen. We zouden daarom een rondje over het parcours van de Kievitloop doen, zodat we op tijd terug zouden zijn en hem dan konden oppikken. Zelf had ik al drie kilometer ingelopen voor de start van de training, waardoor het voor mij bij elkaar drie kwartier werd in plaats van een half uur voordat de “echte” training begon.
Tegen het eind van het rondje van 5 km gingen de snellere lopers, wel, sneller lopen, tegen de 4 minuten per kilometer. Ik kon volgen en makkelijk bijblijven. Natuurlijk kostte dat kracht, die ik later zou moeten inleveren. De laatste 5 km gingen niet echt makkelijk; ik moest knokken om bij te blijven. Na een valpartij in het bos had ik het wel gezien met in het bos lopen. De laatste 3,5 km liep ik op de weg, apart van de groep, die een kortere weg door het bos namen. Toen ik bij de ontmoetingsplaats kwam, was iedereen al lang weg.
Als ik deze zware loop door een nat bos met plassen vergelijk met de loop over 20 km van 14 oktober onder soortgelijke omstandigheden, dan deed ik het best wel goed. Toen deed ik 20 km in 1u:56m:06s (5:48 min/km), met de stukken van 5 km in respectievelijk 28m:26s, 28:36s, 29m:30s en 29m:30s.
∞∞∞
Toch wil ik het tempo nog een beetje verder opvoeren. Een uur en drie kwartier over 20 km moet mogelijk zijn als een testloop in training. Daarvoor moet ik mijn uithoudingsvermogen verbeteren, want met de basissnelheid (zie tweede 5 km stuk van afgelopen zaterdag) zit het wel snor.
Als ik het schema erbij haal dat ik gebruikte om in vorm te komen voor de Halve van Roosendaal, dan zie ik twee snelheidstrainingen per week, een lange afstandstraining en de rest rustige trainingen tussen de 45 en 75 minuten. Die laatste zijn om bezig te blijven, maar ook om sneller te herstellen. Ik heb de neiging om zulke trainingen te snel uit te voeren en een beetje zelf-discipline opbrengen zou niet slecht voor mij zijn.
Bedankt voor het lezen en loop ze!