Nabij het dorp Oudenbosch ligt het dorpje Standdaarbuiten, alwaar op Hemelvaartsdag een hardloopfestijn wordt georganiseerd. Het is een rondje van ongeveer 4,8 km door en rond het dorpje, met redelijke wat op en neergaande meters in het parcours en lastig te belopen straatstenen. Voor mij was het nooit een snel parcours.
Aangezien prestatie niet zo belangrijk is op dit moment, maar fitheid opbouwen des te meer, besloot ik om twee dagen voor deze loop gewoon te trainen. Verder is er geen openbaar vervoer op zon- en feestdagen naar Standdaarbuiten, waardoor ik 6 km heen en 6 km terug moest wandelen tussen de kleedruimte in Standdaarbuiten en NS station Oudenbosch. Tel daarbij een flink gestegen temperatuur en je hebt een verklaring waarom het een stuk langzamer ging dan de twee 15 km wedstrijden die ik recentelijk gelopen heb. Dit was voor mij duidelijk een prestatieloop, geen wedstrijd.
De eerste 5 km ging het eigenlijk nog best wel aardig. Ik ging bewust van start op een tempo boven de 5 minuten per kilometer, alhoewel dat bij de start altijd lastig is als zoveel mensen je inhalen.
- 4:58, 5:00, 5:06, 5:04, 5:07
- 25:15 min. per 5 km (5:03 min/km)
Ik voelde al iets van vermoeidheid en uitdroging. Die 6 km wandelen naar de start had me vocht gekost en ik had niet genoeg kunnen drinken. Gelukkig waren er twee waterposten op het parcours en ik dronk bij elke post een bekertje. Da’s niet genoeg om gehydrateerd te blijven, maar wel om de finish te halen.
Het tempo moest duidelijk omlaag. Mijn idee was naar 5:12 min/km. Bij het opgaan van het viaduct over de A17 kon ik evenwel nog even aanzetten, zodat ik bij het neergaan wat kon herstellen. Ik wist al dat het stukje het dorp in een verraderlijk vals plat omhoog was, waarvoor ik compensatie moest hebben, elders op het parcours.
Bij het vals plat omhoog, terug naar het dorpscentrum, kon ik al goed mijn hamstrings voelen opspelen. Dat was voor mij een teken om ofwel tot het gaatje te gaan of deze wedstrijd te degraderen naar een prestatieloop, een intensieve duurloop (wat ik eigenlijk al vooraf van plan was). Ik hield me aan het oorspronkelijke plan, rustig uitlopen.
- 5:11, 5:04, 4:57, 5:11, 5:26
- 25:40 min. per 5 km (5:08 min/km)
Nu zat ik er echt doorheen. De laatste 5 km zou min of meer “trimmen” worden, met als doel het halen van de finish. Ik was te veel uitgedroogd om zelfs maar een deuk in een pakje boter te kunnen slaan. Desondanks heb ik niet gewandeld, want dat kan averechts werken, bij mij althans. Bovendien toont het karakter.
- 5:36, 5:41, 5:27, 5:37, 5:26
- 27:46 min. per 5 km (5:33 min/km)
De laatste 10 m kon er nog wel een bescheiden sprintje vanaf, op 15 km/u.
Netto eindtijd (zelf geklokt): 1u:19m:00s
15/04: Baantraining, 8,48 km in 47m:28s (5:36 min/km, 143 bpm) Gelukkig hoefde ik deze keer niet al te veel apart te trainen, omdat mijn loopgroep ook op de baan trainde, i.p.v. in het bos (alleen volgens een ander, meer intensief loop programma dan wat mijn lichaam schijnt aan te kunnen). Mijn 400tjes gingen evenwel een beetje aan de snelle kant. Niet voor mijn huidige niveau, maar je training hoort volgens mij iets achter te lopen op je beste prestaties in recente wedstrijden (en met “je” bedoel ik dus “mijn”). 10 x 400 m (1:52, 1:54, 1:55, 1:55, 1:54, 1:54, 1:53, 1:52, 1:51, 1:53)
16/04: 15 km in 1u:33m:34s (6:14 min/km, 133 bpm) Omdat ik de dag erna een prestatieloop (lees: intensieve duurloop) zou doen in Standdaarbuiten, liep ik een extensieve interval, 1500 m stukken afwisselend snel en langzaam. Mijn darmen speelden wat op, maar niets om me erg zorgen over te maken. Zal de weersverandering geweest zijn; daar ben ik altijd erg gevoelig voor. Wat me meer zorgen baarde was dat ik achteraf stijf was. De 15 km wedstrijd van afgelopen zaterdag was nog niet helemaal uit mijn lichaam. Een reden des te meer om het in Standdaarbuiten rustig aan te doen, zodat het spreekwoordelijke lijntje niet breekt. 5 x 1500 m (8:38, 8:38, 8:33, 8:38, 8:37)
17/04: 15 KM van Standdaarbuiten, 15,04 km in 1u:19m:00s (5:15 min/km, 153 bpm) (zie wedstrijdverslag hierboven)
Het is nog erg wennen aan vijf keer per week trainen. Het gaat wel, maar maar net. Voorlopig ga ik dus de trainingsfrequentie niet opvoeren. Mijn oorspronkelijk plan was om naar zes keer per week over te stappen in juni, maar gezien al de wedstrijden die ik zal lopen en dat ik daarvan moet herstellen, zal dat lastig worden. Enfin, we zien wel. Het belangrijkste is dat ik heel blijf (niet geblesseerd of overtraind raak).
Bedankt voor het lezen en loop ze!