Op weg naar de Haagse Beemdenloop kwam ik een stel studenten tegen die de 5 km gingen lopen. “Wat ga je lopen?” “Sneller dan 30 minuten, da’s zeker!” Toen ik ze bij het ophalen van de startnummers sprak, zei ik dat ze toch echt wel sneller dan 25 minuten moesten lopen, anders zou ik ze inhalen. Ze zouden het doen, ook al hadden ze nauwelijks getraind.
Na het startschot, bleken ze 20 s eerder over de streep gegaan te zijn dan ik en ik kwam naast ze lopen net vÃēÃēr het 1-km punt. Mijn suggestie was om in de laatste kilometer flink gas te geven. Tussen het drie en vier kilometerpunt kwam ik botsing met een loper die plotseling stilstond bij een drankpost en moest de studenten laten gaan.
Zo te zien hebben de twee studenten mijn advies opgevolgd. Ik kwam namelijk door bij de start/finish in 23:52 volgens mijn klokje (31 s later in bruto tijd, zo bleek later), dus ruim binnen de 25 minuten waarop ik gezinspeeld had. Ik neem aan dat de heren dik tevreden waren met hun resultaat (ik heb ze niet zien finishen, wat betekent dat ze meer dan 400 m op me voor lagen, waarschijnlijk met een tijd net boven of net onder 23 minuten, netto).
Dat was leuk, maar nu moest ik de realiteit onder ogen zien dat ik ongeveer 49:30 minuten op de 10 km kan lopen, oftewel ca. 77 minuten op de 15 km, zo’n 25:40 minuten per 5 km. Bijna twee minuten sneller dan de verwachte doorkomst op de eerste 5 km is natuurlijk van de zotte. Doe daar nog eens bij dat ik de dag ervoor een duurloop van 15 km had gelopen en dat ik daar nog best moe van was. Het tempo ging een tikje naar de langzamere kant toe, naar net boven de 5 minuten per km. Het tweede rondje van 5 km ging in 25:19.
Toen nummer een van de 15 km wedstrijd me passeerde op de laatste kilometer van het tweede rondje, kwamen 200 m later nummers 2 en 3 voorbij. Ik denk dat ze vanwege de mensenmassa zich niet bewust waren dat ze zo dicht op de winnaar zaten. Ik schreeuwde ze toe: “200 meters to number one! Run-run!” Ze versnelden, maar echt enthousiast waren ze niet. Integendeel, ze zaten met elkaar te kletsen, terwijl ze ruim onder de 50 minuten zouden finishen. Misschien hadden ze de opdracht om het vandaag rustig aan te doen. Wie zal het zeggen?
Het derde rondje was afzien. Nu moest ik mensen die ik had ingehaald in het vorige rondje laten passeren. De schade viel mee, maar ik zat er flink door. 26:10 minuten.
00 - 05 km: 23:52 min (4:46 min/km, 159 bpm)
05 - 10 km: 25:19 min (5:04 min/km, 157 bpm)
10 - 15 km: 26:10 min (5:14 min/km, 155 bpm)
15 km in 1u:16m:19s (5:05 min/km, 157 bpm)
Ik had me dus vooraf de opdracht gegeven om vooral niet voluit te gaan, zodat ik heel zou blijven. Ik had moeten beseffen dat ik me soms slecht aan opdrachten kan houden. Het ging ook allemaal relatief gemakkelijk. Ik denk dat er aanzienlijk meer ingezeten had. Als had ik mijn training op woensdag niet had laten schieten (zodat ik deze op zaterdag moest inhalen met een duurloop), had een 1:15 uur er zeker ingezeten.
Volgende week zaterdag een 15 km in Papendrecht, tijdens de Nationale Lenteloop. Uiteraard zal ik daar een tempo aanhouden van 5 min/km. Dat is gezien de uitslag van vandaag een realistisch tempo. Vijf dagen later is er de 15 km van Standdaarbuiten, die zich niet leent voor stunts als vandaag. Vormbehoud is dan waarschijnlijk de beste tactiek, zo’n beetje wat ik met de Oranjeloop in Halsteren (29 april 2012) heb gedaan. Die tactiek was ingegeven door het feit dat ik na de Monumentenloop (15 april 2012) zo vreselijk afgepeigerd was. Je kunt niet altijd voluit gaan; soms moet je pas op de plaats maken.
De 10 km lopen in Etten-Leur op 28 mei en Gilze-Rijen op 2 juni zijn beter geschikt om te proberen om sneller te lopen dan je op basis van recente resultaten mag verwachten.
Bedankt voor het lezen en loop ze!