Loopgenot

Follow @renevanbelzen on Micro.blog.

Pétanque

Maandag

Ik had 's-middags een afspraak bij een goede kennis en daarom wilde ik een uurtje 's-morgens lopen en een uurtje 's-avonds, zodat ik in totaal op twee uur uit zou komen. Om die reden had ik geen water meegenomen. Echter, ik besloot om er een flink stuk te plakken aan de route die ik eerst in gedachten had, zodat ik bij thuiskomst me nog moest haasten om niet al te laat op mijn afspraak te komen.

Pakweg de eerste 6 km had ik wind achter en ik verwachtte op de terugweg flink wind tegen te hebben. Omdat de bomen nog goed in het blad staan, gaven ze beschutting en viel het eigenlijk best mee. Zelfs langs de akkers lopend, had ik beschutting van het gewas dat nog geoogst moest worden.

Uiteraard ging alles over verharde ondergrond, want met mijn recente schouderblessure (en nog steeds pijn onder het lopen, alhoewel het dragelijk was) dorst ik niet nog een keer te vallen. Gelukkig was het een stuk minder dan zondag. Zondagnacht werd ik bevlogen door de gedachte dat het misschien toch gebroken was, omdat ik wakker werd van de pijn. Pijnstillers brachten me de hoognodige nachtrust en 's-morgens bij het opstaan voelde ik meteen verbetering. Een bezoek aan de huisarts zou niet nodig zijn.

Route maandag-

19,49 km in 2u:01m:08s (6:13 min/km, 132 bpm)

Dinsdag

Na het inlopen richting de Bergse Boulevard deden we met de loopgroep B van Spado oefeningen en loopscholing op het openbare pétanque-veld, waar normaal de hangjeugd zich terug trekt.

Petanque running

Alhoewel de pijn in mijn schouder was overgegaan in stijfheid, durfde ik nog geen risico te nemen. Na de warming-up op het pétanque-veld vroegen de trainers waarom ik zo terughoudend was. Ik zei dat ik gevallen was en dat bij de buiteling ik ongelukkig was terechtgekomen op mijn linker schouderblad en dat het bijna gebroken was, maar dat het bij betasting eerder leek of het bot gekneusd was. Na de nodige ga-toch-naar-de-huisarts en het-is-je-eigen-lichaam, mocht ik het wat langzamer aan doen. Het stuk door het losse zand hoefde ik (en twee anderen die ook geblesseerd waren) niet te nemen.

Tijdens de kern van de training deed ik van de brug- en viaduct bestormen het minimale aantal en dan zeker niet op volle snelheid. Dat was niet vanwege mijn schouder, maar omdat ik mijn hamstrings wil sparen. Ik train per slot van rekening iedere dag en heb geen rustdag, zoals andere lopers in mijn groep. Ik ga geen stunts doen om het idee te bevestigen bij de trainers dat alleen keihard trainen progressie brengt, ook al kun je ervan geblesseerd raken. Dit wordt alleen gesuggereerd, want gezegd wordt dat je op eigen tempo moet lopen (alleen tijdens de uitvoering wordt iedereen aangespoord om zo hard mogelijk te gaan).

Dit is dus met beleid de aanwijzingen van de trainer interpreteren naar je eigen omstandigheden. Ik train in principe voor een marathon en daar horen geen intensieve 200 meter intervallen bij, al helemaal niet met een stijging omhoog.

Dat geschreven hebbende, ging ik de laatste 700 meter flink in tempo omhoog, zodat ik een paar minuten voor de rest op het sportpark terug was. Ik geloof dat het zo rond de 4:15 min/km ging, net ietsjes sneller dan 10 km tempo. Toen voelde ik achteraf wel wat in mijn schouder, kleine pijnscheuten, als speldeprikken, maar dat ging snel over.

Wat met daarbij opviel was hoe weinig jongelui licht op hun fiets hebben als ze in het donker rijden. Het zal wel zijn als dat roken slecht voor je is: Ene oor in, andere oor uit.

Route dinsdag

9,53 km in 1u:17m:03s (8:05 min/km, 120 bpm)


Er is al gesuggereerd dat ik in een snellere groep (groep C) zou gaan trainen, omdat die in dezelfde tijd verder gaat. Mijn bezwaar daartegen is dat het dan een nog intensievere training zou worden dan met de groep waarin ik nu zit. In groep B kan ik volop smokkelen om het meer aan te passen op wat ik wil doen. In een snellere groep heb ik daarvoor veel minder vrijheid.

Nu is dat niets bijzonders. Al zolang als ik bij Spado train (ik bedoel sinds 1999 of zo) moet ik de instructie voor een veel te harde trainingsinspanning van Spado trainers weerstaan, omdat ik over het algemeen veel minder intensief train.

Je kunt een 20 km in 90 minuten lopen en dan een dag rust houden, maar je kunt ook twee keer een 20 km in 105 minuten lopen in twee dagen. Het eerste maakt dat je waarschijnlijk afstanden onder de 10 km sneller kunt lopen, maar voor afstanden van 10 km en langer zal het niet veel verschil maken.

Wat ik hiermee bedoel is dat bij Spado-trainers nog veel te veel het idee bestaat dat je elke afstand moet kunnen lopen en dat je toeleggen op een bepaalde afstand (zoals een marathon) eerder uitzondering dan regel is. Ik neem aan dat dit aanwijzingen zijn van de Atletiekunie, bij de opleiding tot trainer loopgroepen: Training voor elk wat wils, zonder specialisatie of aandacht voor specifieke wensen.

Nu is er wel een specifieke marathongroep (de Duurloopgroep), maar daar voel ik me nog niet voor gekwalificeerd. Ik vind dat ik daar minstens recent een marathon voor gelopen moet hebben, zodat de trainer weet wat ik aan kan.

Bovendien motiveert het me om mijn derde marathon uit te lopen in een redelijke tijd. Het is een kunstmatige barrière die ik voor mezelf opwerp, zodat ik iets heb op me op te richten.