Terwijl ik dit schrijf heb ik last van een pijnlijke linkerschouder. Vandaag heb ik namelijk in een bos een buiteling gemaakt en kwam verkeerd terecht op mijn linker schouder. Belasten met gewicht en voorwaarts strekken (zoals ik mijn schouder hield toen ik de grond raakte) doet pijn. Zo te voelen is er niks gebroken, alleen een verrekte schouder (letterlijk).
Donderdag
We gingen deze keer met de loopgroep de stad in, de wijk Bergse Plaat om precies te zijn. Afgezien van lange fietspaden, bruggetjes (voor sprintjes) is daar een heuvel zoals je hierboven kunt zien, waarop je kriskrassende naar boven gaat via een grindpad en via een trapje naar beneden kunt gaan.
Dit was een pittige training, omdat er veel kort versnellingswerk in zat. Aangezien ik sneller wil worden, heb ik niet lopen smokkelen, maar op niveau meegedaan. Naderhand voelde ik mijn kuiten en nu nog voel ik de aanhechtingen van mijn Achillespezen. Uiteraard doe ik hiervoor de nodige rek- en strekoefeningen.
Ik klaagde er wel een beetje over, namelijk dat bij Spado altijd weer die heuveltraining gedaan wordt, terwijl het zo blessuregevoelig is. Ik vond totaal geen gehoor. Dat wordt de volgende keer weer lijntrekken en niet mijn best doen.
Het gaat overigens nog maar een paar weken duren. In oktober ga ik apart trainen om me te richten op elke dag een halve marathon. Daarbij kan ik zulke a-specifieke trainingen als vandaag niet gebruiken.
In november zal ik waarschijnlijk in een snellere groep trainen, omdat ik dan (hopelijk) bewezen heb dat ik de 10 km in minder dan 50 minuten kan lopen. Geen idee hoe ze daar trainen. We zien wel.
10,25 km in 1u:24m:26s (8:14 min/km, 130 bpm)
Vrijdag
Het plan was om een halve marathon wat sneller te lopen, tussen het tempo op de hele en de halve marathon. Oorspronkelijk wilde ik na een km het tempo 5 km lang opschroeven, dan 10 km lang naar marathon tempo en weer 5 km lang net onder het halve marathon tempo. Echter, ik liep zo lekker dat ik die 10 km sneller liep dan M-tempo. De volgende keer beter.
En dat laatste moet, want te snel trainen is risicovol. Namelijk dat je geblesseerd raakt en weken (of maanden) kwijt bent met herstellen. De intensiteit (in hartslag) moet er echt vanaf volgende week.
21,10 km in 2u:02m:53s (5:49 min/km, 147 bpm)
Zaterdag
Het was drukkend warm. Midden op de dag lopen was een beetje taboe wat mij betreft, dus ging ik laat in de middag weg, maar niet zo laat dat ik in het donker terug zou komen. Dat was een goede keuze, want een uur nadat ik terug thuis was, begon het te gieten en onweren.
Een route vinden op de bonnefooi (onder het lopen) die ongeveer 25 km lang is is niet gemakkelijk. Ik weet ongeveer wel hoe ver zaken van elkaar af liggen rondom mijn stad, maar heel erg nauwkeurig is dat niet.
Het werd dus een run/walk, want de afstand is nog te ver om als duurloop te doen, alhoewel ik het wellicht wel zou kunnen. Enfin, een wandelpauze op zijn tijd houdt het tempo laag en betekent ingebouwd herstel. Eventuele achterstand in herstel van de trainingen in de afgelopen week zouden met een training als deze ingehaald kunnen worden.
Op een gegeven moment besloot ik om het hardlopen langer te maken en de rustpauzes korter, zodat ik voor de buitenwereld op een trimmer leek die zijn zaakjes op orde heeft. Buitenstaanders snappen vaak niks van training om de vetverbranding te bevorderen. Het tempo tijdens het hardlopen ging uiteraard wel iets omlaag in vergelijking met om en om 700 m hardlopen, 300 m wandelen.
Rondom ons plaatselijke meertje, de Binnenschelde, zag ik een aantal trimmers duidelijk last van de warmte hebben. Mij leken ze veel te warm aangekleed en getuige het zware ademen en kreunen, terwijl ik ze inhaalde op mijn LSD tempo, bleek wel dat ze hun kleding niet op orde hadden. Misschien deden ze net als ik een lange duurloop, maar waarom dan geen water meenemen?
Misschien heb ik door elke dag te trainen meer weerstand tegen zware omstandigheden opgebouwd, of ben ik beter geacclimatiseerd na afgelopen weekend, toen ik uiteraard gewoon doorgetraind heb ondanks het drukkende weer. Toen had ik het zwaar.
26,49 km in 3u:05m:46s (7:01 min/km, 130 bpm)
Zondag
Groepstraining in het bos. Alhoewel het bos nat en drassig was en er veel wielrenners en ruiters actief waren (gek genoeg kwamen we geen andere hardlopers tegen), was het duidelijk minder drukkend dan gisteren. Desondanks bleef het tempo laag (gemiddeld zo’n 5:53 min/km), omdat het best moeilijk lopen was met al die modder en plassen.
Na pakweg 10 km in 59 minuten zat het er voor de meesten op. Behalve ik ging er nog iemand anders er een stukje aan vast plakken. Hij ging richting stad, ik richting bos.
Misschien had ik ook de stad in moeten gaan, want na een paar km (net na de bocht en na het 16 km punt op het parcourskaartje) kwam ik ten val en bezeerde mijn linker schouder. Omdat ik uit ervaring weet dat het dan waarschijnlijk is dat je nog een keer valt, heb ik de rest maar gewandeld in het bos en heb ik in de stad nog wat extra’s gelopen. Echter, mijn schouder speelde op en daarom besloot ik het kort te sluiten. De twee uur zat er immers toch bijna op.
18,70 km in 1u:57m:07s (6:16 min/km, 140 bpm)
Aanstaande week moet ik het wat rustiger aan doen. Het is wel leuk om een halve marathon binnen de twee uur te kunnen lopen, maar dat moet zonder blessures kunnen. Als ik zo snel blijf trainen als deze week, gaan die blessures zeker komen.
Mijn vraag aan jullie is, hoe gaan jullie om met zwaardere weken? Wissel je die af met lichtere weken of zoek je de limiet op van wat je in een training aan kunt?
Ik ben best wel benieuwd hoe anderen hiermee omgaan. Laat het me weten door een reactie te plaatsen bij dit bericht.